Welke TECHNIEKEN die wij bij ons in de praktijk gebruiken
1.DRAINAGETECHNIEKEN
Het vrijmaken (drainage of slijm verwijderen) van de longen en luchtwegen en de neus en sinussen.
Hiervoor gaan we verschillende technieken en hulpmiddelen gebruiken;
1.1 Autogene drainage
Techniek ontwikkeld door Jean Chevaillier met als doel de longen zo snel en zo goed mogelijk vrij te maken van mucus (slijm).
Naast het muco cilliare clearance (trilharen) is er nog een andere kracht om mucus te mobiliseren namelijk de Expiratoire Luchtstroom (uitademhalingskracht)
In de autogene drainage is het het doel een gelijkmatige en gelijktijdige expiratoire luchtstroom (uitademing) met optimale eroderende snelheid te bekomen over het grootst mogelijke longgebied.
De kunst bij het draineren bestaat er nu in een ideale verhouding te vinden tussen de uitademinghalingskracht en de heersende intrabronchiale druk (druk in de luchtwegen) . Zo kan men collaps van de luchtwegen en de hiermee gepaard gaande remmende invloed op de volumestroom voorkomen.
Door gebruik te maken van lineaire stroomsnelheden, optimale debieten en een correct adempatroon enerzijds en het continu zoeken naar feedback (proprioceptieve, tactiele en auditieve signalen) anderzijds, is (autogene) drainage mogelijk.
Schematisch voorgesteld: De 3 fasen in de AD.
1. ONTKLEVINGSFASE: het ontkleven van perifeer gelegen mucus gebeurt dankzij zeer laag longvolume ademen. (ERV-niveau)
2. COLLECTIEFASE: het verzamelen van meer centraal gelegen mucus gebeurt dankzij laag longvolume ademen. (ERV en TV-niveau)
3. EVACUATIEFASE: het evacueren van hoog gelocaliseerd mucus gebeurt dankzij normaal tot hoog longvolume niveau ademen; (TV en IRV niveau)
In werkelijkheid zijn de 3 fasen niet strikt afgelijnd maar vloeien ze in elkaar over.
1.2 Postiaux
De methode "Guy Postiaux" baseert zich op de nieuwe therapeutische inzichten geobjectiveerd door wetenschappelijk onderzoek.
Guy Postiaux toonde aan dat bronchiale secreties tegen de zwaartekracht in worden bewogen. Daardoor het belang van trage uitademhalingstechnieken, trage inademhaling, ...
1.3 De hoest
Hoesten is de meest gebruikte vorm van expiratoire luchtstroom versnelling. Omdat er op een juiste manier moet gehoest worden is een grondige educatie of reëducatie van groot belang. Hoest dient te gebeuren met het juiste volume aan lucht, kracht en vanuit het juiste deelvolume van de totale longcapaciteit.
Soorten van hoest
- Vette of productieve hoest (=goede hoest)
- Droge, niet productieve hoest of prikkelhoest(=slechte hoest)
BELANGRIJK : Vermijd hoestbuien kan tot instabiele luchtwegwanden leiden waardoor sneller collaps ontstaat (toeklappen van de luchtwegen), mogelijks tot urineverlies.
1.4 Huffen
Huffen = geforceerde expiratie met open glottis (stemspleet).
Doordat de glottis geopend blijft ontstaat er minder druk dan bij het hoesten. De kracht is, in tegenstelling tot bij het hoesten, goed te doseren. Hierdoor vraagt huffen ook minder energie dan hoesten.
BELANGRIJK : HET GEWENST VOLUME INADEMEN
1.5 Posturale drainage
Het basisprincipe van de houdingsdrainage is de patiënt in zulke houding brengen dat de zwaartekracht het mucus aantrekt in de richting van de mond. Uit verschillende onderzoeken is gebleken dat deze techniek niet werkt volgens de principes van de zwaartekracht maar door bepaalde houdingen aan te nemen kunnen we wel een gunstig effect hebben op de airway clearance. Bijvoorbeeld door de patient op zijn linker zijde te leggen zal de linker long gecomprimeerd worden waardoor het volume in dat deelgebied kleiner wordt m.a.g. dat de luchtstroom in dat gebied versneld waardoor shearing forces (wrijving door luchtstroom) op het mucus toeneemt en een gunstig effect heeft op de drainage.
1.6 Bouncing
Bouncing is ritmisch op - en neerwaartse beweging op een fysiobal. De kinesistherapeut plaatst zich op de bal en neemt de patiënt (in zit) op de schoot. Vervolgens omsluiten de armen en handen de borstkas van de baby of jonge kind en bouncet hij op zchte ritmische manier op en neer.
Deze techniek heeft een relaxerend effect op de baby, tijdens de neerwaartse beweging versterkt de expiratoire stroomsnelheid, waardoor de wrijvingskrachten om het mucus los te maken toenemen.
1.7 Correcte ademhaling
De normale ademhaling zorgt er voor dat ons lichaam voldoende zuurstof krijgt en dat er een constant mucustransport is richting de mond.
Daarom is het als therapeut belangrijk het ademhalingspatroon van de patiënt te bestuderen en de juiste ademhaling aan te leren.
Aandachtspunten; vorm thorax, ademhalingsfrequentie, paradoxale ademhalingsbewegingen, soort ademhaling.
Gezonde persoon gaat steeds rustig inademen via de neus en weer rustig uitademen via de neus.
Onze neus zorgt bij de ademhaling voor, filtering, verwarmen, bevochtigen, afremming van de ingeademde lucht en geeft een lichte tegendruk tijdens de uitademing wat een gunstig effect heeft op de wandstabiliteit van de luchtwegen.
Behandeling onderste luchtwegen, voor wie:
COPD, PCD (primaire ciliaire dyskinesie), mucovisidose, cyctic fibrosis Chronisch recidiverende luchtweginfecties, bronchiëctasieën, bronchitis, longontsteking, spierziekten (ALS, Duchenne, Huntington….), atelectase, voor en na operatieve ingreep ter hoogte van borstkast, buikregio,kortademigheid…..
1.8 Drainage van de bovenste luchtwegen
Onze bovenste luchtwegen bestaan uit onze keel, neus, sinussen, buis van eustachius en ons middenoor.
Door de verbinding tussen middenoor en de neusholte via buis van eustachius is het KNO-systeem een belangrijk onderdeel van het ademhalingssysteem.
Voor een goede reiniging is het belangrijk U de neus correct leert te snuiten.
Hoe correct snuiten;
- Druk opbouw vermijden
- Voorkeur aan langere flow (luchtstroom) dan van hogere druk
- Optimale luchtsnelheid zoeken
- Vermijden van de neus dicht te knijpen
- Retro-nasaal snuiten (neus optrekken)
Om de bovenste luchtwegen kwalitatief te kunnen reinigen maken we gebruik van, lota-neuspoelkannetjes, AMSA-vernevelaar, flacons fysiologisch serum en aanleren correct gebruik neussprays.
Behandeling bovenste luchtwegen, voor wie:
Acute en subacute kwalen (verstopte neus, sinusitis….), chronische infecties, seromuceuse otitis, ontsteking buis van Eustachius en middenoor, middenoor ontsteking , barotrauma bij duikers en piloten, insufficiëntie van de buis van Eustachius a.g.v. oor operaties, acute en chronische sinusitis, voorbereiding voor sinus en rhinopharynx microchirurgie, follow-up behandeling na endonasale en paranasale sinus operatie.
2.RESPIRATOIRE REVALIDATIE
Bij respiratoire revalidatie krijgt de patiënt na afname testen een op maat gemaakt oefenprogramma. Er word getraind onder begeleiding in groep, op kracht- en duurinspanningen om de inspanningscapaciteit, levenskwaliteit en algemene toestand van de patiënt te verbeteren.